Ik ben gefascineerd door de geschiedenis van ons eten. Het leek me dan ook leuk een serie te maken waarin ik de geschiedenis van beroemde gerechten en producten onder de loep neem. In deel 44 van de serie twee chocolade (?) traktaties: bonbon en koetjesreep!
Bonbon of praline
Wat wij in Nederland bonbon noemen is feitelijk een Belgische praline. Chocolade met een vulling op basis van noten en karamel (praliné, niet te verwarren met praline dus) of op basis van room (ganache), marsepein, noga, gedroogd fruit of drank.
Het woord bonbon is in het Frans de algemene benaming voor snoepgoed. Het oorspronkelijke Franse woord is een verdubbeling van het bijvoeglijk naamwoord bon, dat “goed” – of in dit geval “lekker” – betekent.
Jean Neuhaus jr. was de bedenker van de praline. Hij was de kleinzoon van Jean Neuhaus die in 1857 in Brussel een apotheek was begonnen. De verkoop van hoestpastilles, maagtabletten en andere medicinale pillen wilden echter niet vlotten. Jean kwam toen op het idee om die pillen met een fijn laagje chocolade te omhullen om zo de vaak bittere smaak te verdoezelen. Het plan bleek een schot in de roos te zijn en al spoedig vormde de familie Neuhaus hun apotheek om tot een heuse chocoladesnoepwinkel. De winkel in de Koninginnegalerij in Brussel bestaat nog steeds!
In 1912 maakte Jean Neuhaus jr. de eerste gevulde chocoladebonbon die hij praline noemde. Het woord praline is afgeleid van de naam van Graaf Plessis-Praslin. Hij scheen ernstige spijsverteringsklachten te hebben gehad die hij bestreed met een soort bonbon van medicijnen, suiker, amandelen en chocolade.
Leuk detail: Louise Agostini, de echtgenote van Jean Neuhaus, bedacht de verpakking voor de bonbons die voorheen in puntzakken werden verkocht. Ze ontwierp een afsluitbaar kartonnen doosje dat ze ballotin noemde. Voor de vorm liet ze zich inspireren door een juwelenkoffertje. De familie Neuhaus vergat echter octrooi aan te vragen, waardoor nu iedere chocoladefabrikant wereldwijd het ballotin doosje gebruikt.
Koetjesreep
De chocoladefabriek J. Pette Hzn werd in 1872 opgericht in Wormerveer. In 1937 viel, ten gevolge van toegenomen concurrentie en de gevolgen van de economische crisis, het doek voor Pette en werd het bedrijf overgenomen door de firma Boon. Onder de naam Pette-Boon gingen zij verder. In de jaren vlak na de tweede wereldoorlog kwam – door gebrek aan grondstoffen – de nadruk te leggen op cacaofantasie en zo ontstond de beroemde Koetjesreep.
De reep woog slechts 15 gram en bevatte minder dan 35% cacaobestanddelen. Hierdoor mocht de reep volgens de Nederlandse Warenwet geen chocoladereep worden genoemd. Als tussenoplossing bedacht men toen de naam ‘cacaofantasie’. Kinderen vonden het vooral lekker zoet en het smolt zo lekker in je mond.
De reep kende verschillende verpakkingen, maar altijd met een grazende koe erop. Bekendst is wel de Delftsblauwe wikkel, met daaronder een zilver papiertje. Iedereen vanaf een jaar of 40 is er wel mee opgegroeid!
Toen de nieuwe fabrikant – de Belgian Chocolate Group had de fabriek en de machines had overgenomen – in 2007 voornemens was te stoppen met de productie van de Koetjesreep brak de hel los. De website ‘Red de Koetjesreep’ werd in het leven geroepen. Met als resultaat dat de Koetjesreep bleef. En weer volop in de aandacht was. Of de dreigende ondergang nu echt was of een broodje Aap-verhaal, ik neem nog lekker een koetjesreepje!
Meer verhalen over de geschiedenis van beroemde gerechten lezen?
De koetjesreep! Ik was hem vergeten, maar oh wat vond ik dat als kind lekker! Leuk om je stukje te lezen.
Dank je wel! Ik was ‘m ook uit het oog verloren. Vond het vroeger lekker maar nu echt niet meer!