Na de hectiek, hitte, drukte en overvloed aan cultuur in India was het tijd voor het natuurschoon van Nepal! Benieuwd naar de rest van de rondreis door India en Nepal? Lees in deel 1 over Delhi en Jaipur, en in deel 2 over Agra en Varanasi.
Van India naar Nepal
Om de grens met Nepal over te steken ben je zo een uurtje of twee verder. Bij de grens moesten we de bus uit, de bus mocht niet door. Met de koffers zijn we op fiets riksja’s gestapt, die ons in niemandsland naar de eerste post brachten. Hier konden we een stempel in ons paspoort halen voor het verlaten van India. Daarna naar een post waar we in de rij mochten aansluiten om dat stempel te laten controleren. Bij de grens van Nepal moesten we voor 30 dollar per persoon een visum kopen. Ieder dollar biljet werd vakkundig bestudeerd. Een scheurtje, vouwtje of penstreepje? No good! Dat gaf nog een heel gedoe. Na nog een volgende post die weer ons visum controleerde waren we dan toch eindelijk in Nepal!
Chitwan
Twee dagen verbleven we in Chitwan National Park, waar we twee keer op safari gingen. Met de kans op het zien van neushoorns, olifanten, herten, apen of met een beetje mazzel zelfs een Bengaalse tijger. De eerste safari naar het moerasgebied de 20.000 meren bleef vrij vruchteloos, maar de tweede safari was een succes.
Niet alleen was het gebied waar we door reden vele malen mooier, maar ook zagen we heel veel neushoorns! Wat een machtig mooie beesten zijn dag. Daarnaast natuurlijk ook herten, apen, krokodillen en prachtige vogels. Vanuit Chitwan kregen we al een voorproefje op het Himalaya gebergte in de verte.
Pokhara
De reisdagen in Nepal zijn lang. De wegen zijn echt enorm slecht en zitten vol kuilen. Je bent echt gebroken nadat je 8 uur hebt gereisd en slechts 150 km hebt afgelegd. Tussendoor stoppen we wel voor wat te eten of drinken en de nodige plaspauzes, maar afzien is het zeker. De volgende bestemming was Pokhara, dat aan de basis ligt van de Himalaya, om precies te zijn het Annapurna gebergte. Vanuit deze levendige plaats kun je werkelijk van alles doen. Van raften tot bootje varen op het Phewa meer. En van een helikopter vlucht naar Mount Everest basecamp tot met de kabelbaan omhoog.
Je kunt er bergbeklimmen, raften en paragliden en er zijn een heleboel leuke winkels, café’s en restaurantjes. Het verschil met India is groot, Pokhara is zeker authentiek maar wel meer ingericht op toerisme.
Een groot deel van de groep koos ervoor te gaan raften. Ik bleef lekker bij het hotel met een boek en een ijskoffie. Helaas is Peter tijdens het raften onwel geworden en met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Het is gelukkig allemaal goed afgelopen!
Kathmandu
Kathmandu is de hoofdstad van Nepal en een drukke en levendige stad. We hadden hier feitelijk maar anderhalve dag, waarbij we ook nog een excursie maakten naar Bhaktapur, één van de drie koningssteden. De andere waren Patan en Kathmandu. Ze werden in de 13e eeuw gesticht door drie nakomelingen van de machtige koning Jayashithi en vormden elk het centrum van een eigen koninkrijk, die met elkaar wedijverden op het gebied van kunst en architectuur. En dat uit zich in de meest prachtige paleizen en tempels. Grappig is dat alle drie de steden het bruisende Durbar Square als centrum hebben.
De architectuur is weer heel anders dan in India. Met veel ingenieus gemaakt houtsnijwerk.
Burning ghats
In Kathmandu bezochten we ook de burning ghats bij de Pashupatinath tempel. Deze crematieplaatsen liggen aan de Bagmati rivier die voor de Nepalezen het equivalent is van de heilige rivier de Ganges. Zou je overigens niet zeggen als je al het afval ziet wat in het water ligt!
Hier vinden dagelijks crematies plaats, omgeven met allerlei rituelen. Het lichtaam wordt omwikkeld met fel gekleurde doeken en bloemenslingers, die voor de crematie dan weer worden verwijderd.
Op deze bijzondere plek zitten tussendoor gewoon souvenierverkopers, apen en bont uitgedoste holy men.
Einde van de rondreis India en Nepal
Vanuit Kathmandu vlogen we eind van de middag naar Delhi, waar we nog even een paar uur in een hotel mochten uitrusten en eten, alvorens we rond middernacht weer naar het vliegveld vertrokken. Daar aangekomen kregen we te horen dat onze vlucht vertraagd was en wij de aansluiting in Frankfurt niet zouden gaan halen. We werden in kleine groepjes omgeboekt, waarbij wij de pech hadden pas om 17.00 een andere vlucht toegewezen te krijgen. We zouden namelijk al om 08.00 ’s morgens landen! Gelukkig is Frankfurt een groot en comfortabel vliegveld en hebben we ons nog wel weten te vermaken die dag. En zoals elk nadeel ook zijn voordeel heeft: we kregen 1800 euro compensatie voor deze vertraging.
En ook het geld voor de versgetapte Weizen, de curryworst en gepofte aardappel kregen we terug. Kijk, zo wil ik nog wel eens een dagje op een vliegveld rondhangen!