Snijd de kipfilets in dunne plakken. Leg op een snijplank, bedek met huishoudfolie en sla met b.v. een deegroller of vleeshamer nog wat platter.
Bestrooi met peper en zout en haal beide kanten door de bloem.
Bak de kip in 2 minuten per kant gaar in een hapjespan met een scheutje olijfolie en 15 gram van de roomboter. Neem uit de pan en houdt warm onder aluminiumfolie.
Fruit in dezelfde pan in het resterende bakvet de gesnipperde sjalotjes en fijngehakte knoflook voor drie minuutjes.
Blus af met de wijn, citroensap (van een halve citroen) en citroenrasp van de hele citroen.
Leg de kipfilets terug in de pan en gaar ze nog een minuutje of twee in de saus.
Voeg de kappertjes toe en snijd de resterende 35 gram boter in blokjes en roer door de saus.
Lekker met gebakken aardappeltjes!